Konijn
Er zijn verschillende rassen, maar vele konijntjes zijn niet raszuiver omdat er door de jaren heen met diverse rassen door elkaar gekweekt werd.
Een konijn moet je niet in een opwelling kopen, want ze hebben een specifieke verzorging nodig. Indien daar fouten gebeuren kan het nadelig zijn voor zijn/haar gezondheid.
- Gemiddeld gewicht/grootte: afhankelijk van het ras. Van 700 gram tot >10 kg.
- Lichaamstemperatuur: 37°C
- Geslachtsrijp: 6-7 maanden
- Draagtijd: 30-31 dagen
- Aantal jongen: 2-12
- Levensverwachting: gemiddeld 8 jaar, maar kan tot 15 jaar worden.
Huisvesting
Een konijn kan zowel binnen als buiten gehouden worden. Ze kunnen beter koude verdragen dan warmte. Dus pas op dat ze het in de zomer niet te warm krijgen, maar zorg voor een koel plaatsje en steeds vers drinkwater. In de winter hebben ze beschutting voor regen en wind nodig.
- Binnenkonijn: Zorg voor een kooi die aangepast is aan de grootte van je konijn. Je kunt een konijn met wat geduld en oefening gerust tam maken. Ze leren zelfs hun behoefte op een specifieke plaats te doen. Ze worden niet altijd graag opgenomen, maar zijn wel nieuwsgierig van aard en kunnen genieten van aandacht en geaaid te worden. Als je uw konijn wilt laten loslopen in huis, doe dit dan als je erbij bent. Pas op dat er geen kabels liggen of giftige planten waar ze kunnen aan knagen.
Wil je meerdere konijntjes samen houden, zorg dan dat ze voldoende plaats hebben om conflicten te voorkomen. Een koppeltje of twee vrouwtjes kunnen gerust samengehouden worden. Maar twee rammen kunnen elkaar aanvallen eens ze geslachtsrijp zijn. Een castratie is dan aan te bevelen.
Beweging is niet enkel goed voor hun conditie, maar ook voor hun spijsvertering! - Buitenkonijn: Ideaal is een hokje met een buitenbeloop aan vast. Als het koud worden kunnen ze zich warm houden door te bewegen, of in hun beschut hokje in een dikke laag stro te kruipen. Een hokje moet hun beschermen tegen regen en wind. Pas op dat hun water niet bevriest! Ze hebben elke dag water nodig! Het beste is zowel een drinkfles ophangen én een bakje water op de grond, zo kunnen ze zelf kiezen waaruit ze drinken. Via een bakje kunnen ze vlotter water opnemen en sommige konijnen verkiezen dit boven een drinkfles. In de zomer hebben ze zeker een schaduwplekje nodig.
Als uw konijn wat ouder wordt (vanaf 6 maand) kan het wat gedragsveranderingen hebben wegens de hormonen in het lichaam. Die zogenaamde ‘puberiteitsperiode’ kan gepaard gaan met wat moeilijker karakter en overal in huis plassen. Je kunt even afwachten tot de periode voorbijgaat, of je kunt het konijntje laten castreren.
Voeding
Hooi en gras!
Dat is het basisrantsoen van alle konijnen! Hebben ze dit onvoldoende, dan krijg je problemen met hun tanden en met hun spijsverteringsstelsel. Begin van jongs af aan met de juiste voeding, want als je later moet overschakelen is dit niet altijd gemakkelijk.
Hooi en gras mag aangevuld worden met allerlei groenten: witloof, wortels en het loof ervan, andijvie, sla, kool, peterselie, radijs, broccoli, komkommer … Dit kan aangevuld worden met paardenbloemen, jonge twijgjes en blaadjes of de bast van bomen.
Als extra mag er wat fruit gegeven worden zoals appel, peer, appelsien, maar overdrijf hiermee niet of ze krijgen te veel suikers naar binnen.
Als allerlaatste komen de korrels. Heel vaak horen we dat dit hun hoofdmaaltijd is. Maar een soeplepel per dag is méér dan genoeg. Jammergenoeg bestaan hierrond veel misverstanden. De korrels zijn eigenlijk een commercieel voer die vroeger gegeven werd aan kweekkonijnen. Daardoor kon een konijn in korte tijd heel wat gewicht bijkomen. In de natuur echter zal een konijn meer dan 8 u bezig zijn met eten! Ze eten best alles waar vezels in zit (zoals gras, hooi en groenten). Zodoende kunnen hun tanden op de juiste manier afslijten, en zorg je voor een goede darmwerking. Wil je toch korrels geven, kies dan voor pellets van een goed merk. Deze bevatten meestal gelijke brokjes zodat er niet selectief gegeten kan worden, en een hoog percentage aan vezels.
Als je iets nieuws geeft dat je konijn nog niet eerder gegeten heeft: geef dan in het begin kleine porties om zijn darmen er aan te laten wennen!
Supplementen met calcium of vitaminen zijn bij een gezond konijn niet nodig indien er een aangepaste voeding gegeven wordt. Meer zelfs: een teveel aan calcium kan voor nier- en blaasproblemen zorgen!
Dracht en geboorte
Wil je een nestje, dan plaats je het best de voedster bij de ram. De dekking is van korte duur en de ram valt onmiddellijk na de daad achterover. Dit is normaal gedrag. Dit wordt best enkele malen herhaald om een goed resultaat te hebben. Nadien zorg je voor een rustige omgeving voor de voedster, met een plaats waar ze haar nest kan maken. Buiten zal ze meestal een hol beginnen graven, in een hokje zal ze met stro en haar eigen wollen vacht een nest maken. De dracht duurt ongeveer een maand.
Eens de jongen geboren zijn laat je ze in het begin best met rust. Anders kan de voedster haar jongen verwaarlozen of zelfs doodbijten. Zij gaat de kleintjes slechts 1 à 2 maal per dag voeden. Na 10 dagen beginnen de oogjes open te gaan en na 14 dagen beginnen ze al eens wat rond te kruipen. Op de leeftijd van 3 weken beginnen ze al mee aan het hooi of gras te knabbelen, en nog een week later eten ze al meer en hardere dingen. Ze blijven best bij de moeder tot de leeftijd van 8 weken.
Als je geen nestje wilt, raden wij aan om een vrouwtjeskonijn te laten steriliseren. Ze zijn nl zeer gevoelig aan het ontwikkelen van baarmoederkanker. En eens het gediagnosticeerd wordt, is het vaak al te laat omdat het proces dan al ver gezet is.
Ziekten
Tandproblemen
Dit is één van de meest voorkomende problemen bij konijntjes. Je herkent het als ze minder goed eten, vermageren, speekselen, een natte hals hebben of tranende oogjes. Weeg regelmatig uw konijn, zo kun je zien of hij al dan niet vermagert! Zoals velen al weten, groeien de tanden van een konijn levenslang door. Bij tanden die niet op de correcte manier afslijten, ligt er als oorzaak vaak een genetische factor en een voedingsfactor aan de basis. Aan dat eerste kunnen we niet veel doen (behalve dan niet meer kweken met zulke konijntjes). Maar aan de voeding kunnen we wel iets doen!
In het beginstadium kun je met verandering van voeding dikwijls nog de schade beperken. Maar eens er doorgegroeide kiezen, erge tandpunten of olifantstanden (zeer lange, opgekrulde snijtanden) zijn, dan moet er ingegrepen worden. Onder anesthesie doen we dan de nodige correcties aan de tanden zodat het konijn weer normaal kan eten. Een konijn dat niet eet, heeft een probleem! Dus hou dit echt in de gaten. Want als ze niets eten, vallen de darmen stil en ontstaan er soms ernstige problemen.
Diarree
Soms is een diarree van voorbijgaande aard, als het konijn vb iets gegeten heeft dat het niet gewoon is. Vaak zijn de ochtendkeutels ook wat zachter, donkerder en slijmeriger dan normaal. Maar deze ochtendkeutels worden terug opgegeten door het konijn omdat er veel voedingsstoffen inzitten. Dus normaalgezien zie je deze keutels niet. Over het verloop van de rest van de dag zijn de keutels ongeveer allen gelijk van grootte, ovaalrond en droog. Voor de rest is een afwijkende keutel of enige vorm van diarree steeds ernstig bij het konijn!
Diarree kan ontstaan bij een verkeerde of te koolhydraatrijke voeding. Maar ook bij stress of een onderliggende ziekte waardoor het konijn niet meer goed eet, zien we vaak diarree. Bij kleine konijntjes die samen met vele andere gehuisvest werden, treedt er vaak diarree op ten gevolge van een infectie met wormen of coccidiose.
Aangezien het darmstelsel dan snel uit balans geraakt, met een overwoekering van slechte bacteriën, of opstapeling van lucht in de darmen met tympanie als gevolg, kan diarree zeer snel voor een slechte toestand van uw konijn zorgen. Wees er dus snel bij!
Myiasis (maden)
Dit is iets dat vaak voorkomt bij warm weer. Het zijn vliegen die hun eitjes leggen op warme vochtige plaatsen op het konijntje. Hieruit komen dan de maden tevoorschijn die zich door de huid heen bijten en zich een weg naar binnen vreten. Je moet er dus goed op toezien dat uw konijn geen vuile achterhand heeft. Als er wat kleverige ontlasting is die in de haren van het konijn blijft plakken, trekt dat de vliegen aan. Probeer één maal per dag onder het staartje en in de liesplooien te kijken om te zien of alles proper is. Eens de maden er zijn, gaat het zeer snel en kunnen konijnen van de pijn in shock geraken.
RHD (rabbit haemorrhagic disease) en Myxomatose
Dit zijn twee virale aandoeningen die helaas nog vaak bij de konijnen voorkomen. RHD gaat meestal zo snel, dat het konijntje dood wordt aangetroffen vooraleer er symptomen gezien werden. Myxomatose geeft oedemateuze gezwellen rond de ogen, neus, oren en geslachtsdelen. Vele konijntjes gaan hieraan dood. Sommigen kunnen gered worden maar het vraagt een intensieve behandeling die meestal 4-6 weken duurt. Voorkomen is beter dan genezen, vandaar dat er een vaccin bestaat die uw konijn hiervoor kan beschermen.
Vaccins voor het konijn (bron: BCFI vet)
Combinatievaccin tegen myxomatose en het viraal hemorragisch syndroom
Myxomatose is een virale ziekte van het Europees konijn en wordt veroorzaakt door het myxomavirus, dat behoort tot de Poxviridae. Het tast konijnen aan van alle leeftijden. Men onderscheid twee klinische vormen: De klassieke vorm komt meestal voor bij hobby- en wilde konijnen (reservoir voor het virus). Het virus wordt hier vnl. overgebracht door bijtende insecten maar uitzonderlijk kan ook nauw contact tussen konijnen onderling leiden tot de ziekte. De incubatietijd is kort. De mortaliteit is hoog. De ziekte wordt a.h.v. de typische klinische symptomen gesteld. De voorbije decennia komt de ziekte in industriële kwekerijen ook voor onder een respiratoire vorm. Deze vorm die gedurende het hele jaar door voorkomt, wordt verooraakt door mildere virusstammen. De ziekte kan subklinisch voorkomen. Bij deze vorm is het moeilijker een diagnose te stellen.
Het viraal hemorragisch syndroom (rabbit haemorrhagic disease, RHD) is een virale ziekte van het Europees konijn en wordt veroorzaakt door een virus uit de familie van de Caliciviridae. RHD verspreidt zich snel en infectie kan gebeuren via de nasale, conjunctivale of orale route. Het dier besmet zich zowel via direct contact, als indirect via bv. kooien, de mens, vogels, insecten. De mortaliteit is hoog bij volwassen dieren met weinig of geen symptomen die de dood voorafgaan. Klinische symptomen komen enkel voor bij dieren ouder dan 8-10 weken. Het resistentiemechanisme bij de jongste dieren is niet volledig gekend.
Vaccin
De vaccinstam is een myxomavirus dat een gen van het kapseleiwit van het RHD-virus tot expressie brengt. Konijnen worden zowel tegen het myxomavirus als tegen het RHD-virus geïmmuniseerd.
Bescherming
Het vaccin wordt gebruikt bij konijnen vanaf een leeftijd van vijf weken voor de vermindering van de mortaliteit en de klinische verschijnselen als gevolg van myxomatose en ter voorkoming van de mortaliteit als gevolg van RHD. De gevaccineerde dieren zijn vanaf 3 weken na de vaccinatie beschermd. De bescherming duurt 1 jaar. Na vaccinatie kan er een tijdelijke verhoging van de lichaamstemperatuur van 1-2 °C optreden. De eerste twee weken na vaccinatie kan er een kleine, pijnloze zwelling op de injectieplaats optreden. De zwelling verdwijnt aan het einde van de derde week volledig. Na infectie met virulent myxomavirus kunnen er bij sommige gevaccineerde dieren enkele zeer kleine zwellingen ontwikkelen, vnl. op de haarloze delen van het lichaam, die snel korstjes vormen. De korstjes verdwijnen meestal binnen 2 weken nadat de kleine zwellingen zijn ontstaan. Deze korstjes worden uitsluitend waargenomen bij dieren met een actieve immuniteit en hebben geen invloed op de algemene gezondheidstoestand, de eetlust en het gedrag van het konijn.
Bijzonderheden
Het is mogelijk dat konijnen die al eerder gevaccineerd zijn met een ander myxomatosevaccin of die een veldinfectie met myxomatose hebben doorgemaakt, na vaccinatie geen adequate immuunrespons ontwikkelen tegen RHD. Vaccinatie tijdens de eerste 14 dagen van de dracht wordt afgeraden.